JanWiersma.com

Update DataCenter Pulse Stack

(ook gepubliceerd in DatacenterWorks)

Twee maanden geleden is in DatacenterWorks aandacht besteed aan de bouwblokken die de functionaliteit van het datacenter beschrijven. Dit model (de Data Center Pulse Stack) heeft een update gekregen naar aanleiding van de terugkoppeling van enkele honderden datacentereindgebruikers, onder wie eindgebruikers uit Nederland.

Bij de eerste versie van het model is al vermeld dat er een communicatiekloof bestaat tussen facilitair en ICT-personeel rond het datacenter. Zelfs over de definitie van ‘datacenter’ bestaat al onenigheid. Als gespreksbasis is hiervoor de Data Center Pulse Stack ontwikkeld.

De waardeketen

Het fysieke datacenter levert huisvesting voor ICT-materialen. Deze materialen leveren op hun beurt de applicaties die nodig zijn om de bedrijfsprocessen te ondersteunen en optimaliseren.

Als we vanuit organisatiebrede bedrijfsvoering kijken naar ICT en uiteindelijk het fysieke datacenter, dan zien we dat er een hele keten aan bouwblokken noodzakelijk is om tot de functionaliteit te komen die een organisatie nodig heeft. De losse onderdelen hebben zelf geen waarde voor het totale bedrijf. Slechts als alle blokjes goed samenwerken, draait op het hoogste niveau de applicatie. Deze applicatie is het koppelvlak tussen ICT en het bedrijf. Ze moet de bedrijfsprocessen ondersteunen, zodat de bedrijfmedewerkers beter, goedkoper en/of efficiënter kunnen werken.

Alle losse onderdelen hebben wel invloed op elkaar. Denk bijvoorbeeld aan de invloed van hardware (blades) op het fysieke datacenter (koeling) of de invloed van applicaties en hun programmeertaal (Java) op het ICT-platform.

Binnen de hele keten zijn veel vakspecialisten werkzaam. Deze zijn dagelijks bezig met optimalisatie op hun eigen deel gebied. Vanuit de bedrijfsvoering moeten managers echter wel kijken naar de gehele keten. Als we op elk blokje bijvoorbeeld redundantie toepassen om de beschikbaarheid te verhogen, leidt dit tot dubbele kosten in de gehele keten. Zo komt het voor dat de applicatiebouwer beschikbaarheid in de applicatie bouwt, de (Windows-)beheerder zijn systeem als clustersysteem uitvoert, de hardwarebeheerder de systemen met dubbele voeding uitvoert en vervolgens de facilitair beheerder een redundante voeding levert en een Tier 4-datacenteromgeving bouwt.

Om deze dubbelingen te voorkomen, kunnen (ICT-)architecten de Data Center Pulse Stack gebruiken en de juiste plaatsen identificeren om redundantie toe te passen, tegen de juiste kosten. Ook voor de effecten van ‘sourcing’ wordt het model toegepast. Blokken of onderdelen van blokken kunnen buiten de deur worden geplaatst als dit past bij de bedrijfsvoering en goedkoper is. Denk hierbij aan colocatie op de fysieke datacenterlaag of SaaS (Software as a Service) op de applicatielaag.

Aanpassingen

090924-dc-stack-1.4

Ten opzichte van de eerste versie van het DataCenter Pulse Stack-model is in de nieuwe versie (zie afbeelding) de gehele keten tot en met de applicatielaag meegenomen. De leesbaarheid van het model is ook verbeterd. De blokken zijn teruggebracht tot een basisniveau. De detaillering binnen elk blok zal worden uitgewerkt in losse, onderliggende modellen. Hierdoor blijft de leesbaarheid behouden en wordt het model niet nodeloos complex met honderden blokken. De kolom components bevat daarom slechts enkele voorbeelden van de inhoud van de blokken.

De output metric (geheel rechts) heeft nog enkele lege blokken. Doel van deze zijde van het model is om tot een totaal efficiëntiegetal of CO2-uitstoot te komen, over alle lagen van het datacenter heen. De invulling van deze onderdelen wordt opgepakt met onder andere de green grid rond de ‘usefull work metric’ die in ontwikkeling is.

Feedback vanuit de datacenterindustrie en eindgebruikers op het model is nog steeds van harte welkom op feedback@datacenterpulse.org. Meer informatie is te vinden op http://stack.datacenterpulse.org.

Share

8 comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *