Labels, metrieken en hokjes voor ‘groene ICT’
Oke, laten we eerlijk zijn… de meeste mensen zijn gek op labels plakken en dingen in hokjes stoppen. Het houd de zaken overzichtelijk en zorgt er voor dat we dingen met elkaar kunnen vergelijken. Zo ook in de ICT sector en de datacenter industrie.
In de afgelopen maanden werd ik diverse keren geconfronteerd met ‘misbruik’ van metrieken <pue blog> of de creatie van nieuwe metrieken of labels. Soms oneigenlijk gebruik van bestaande methode, maar steeds vaker een poging tot introductie van nieuwe labels die vooral gefocust zijn op ‘groen’ en de gehele IT dienstverlening keten.
Binnen DatacenterPulse (DCP) hebben we de diverse lagen en onderdelen in het datacenter gevat in een praat plaat genaamd de DataCenterPulse Stack. Naast het feit dat deze de opbouw en onderlinge afhankelijkheden laat zien van de lagen, word hier ook gesproken over metrieken of labels.
Het gedeelte van “Input metrics –> Layer metrics per business sector” doelt daar op. Het verwijst naar de verschillende metrieken en labels die op de diverse lagen beschikbaar zijn.
Voorbeelden hier van zijn:
- PUE, op de Physical&Real Estate laag, welke energie efficiëntie in het facilitaire deel van het datacenter in beeld brengt.
- WUE, op de Real Estate laag, welke efficiënt water gebruik in beeld brengt.
- SPECpower, op de Platform laag, welke energie efficiëntie voor servers in beeld brengt.
- Etc…
Diverse organisaties proberen ook al enige tijd een ‘usefull work’ metriek uit te brengen. Deze moet de overhead in energie gebruik laten zien v.s. de hoeveelheid energie die verbruikt word voor het ‘werk dat er echt toe doet’.
Dit is echter lastig op te lossen aangezien ‘usefull work’ voor het ene bedrijf iets totaal anders kan betekenen dan voor het andere bedrijf. De output van IT kan niet altijd op dezelfde manier gewogen worden.
Het brengt ook het probleem met zich mee van het vangen de de alle lagen in de Stack in 1 label of berekening/metriek. Gezien de complexiteit van al deze lagen en de variabelen (kwalitatief / kwantitatief) is de vraag of dat wel haalbaar is.
Een recente discussie die ik mocht bijwonen ging over een ‘groen label voor cloud computing’. Hier mee zou dan gemakkelijk leveranciers te vergelijken zijn en kunnen bedrijven aantonen dat ze ‘groener’ worden door over te stappen naar cloud computing. Het zou dan een F tot A++ label zijn, zoals met wasmachines en koelkasten op dit moment werkt.
Ik begrijp de hang hier naar best, maar laten we deze wens eens uit elkaar trekken:
- We beginnen met de definitie: wat is groen dan ? Vaak zie je dat er eigenlijk energie efficiënt word bedoeld. Echter bij groen moet men alle elementen van verbruik mee nemen. Hier in zit dus ook water gebruik en andere grondstoffen. Ook uitstoot moet eigenlijk mee genomen worden. Van totale CO2 uitstoot tot afval van server systemen.
- Hoe weet ik of ik ‘groener’ word ? Dit betekend dat ik in de hele context van de vraag moet weten waar ik nu sta en dat ik dit moet kunnen vergelijken met het ICT ecosysteem van een ander.
- Wat is dan de definitie van cloud computing ? Hier zijn al hele boeken en blogs over vol geschreven. Deze afkadering is nog steeds erg flexibel. Laten we voor dit argument eens zeggen dat het Software As A Service is (SAAS). Dan betekend dit dat we de hele DCP Stack in 1 label proberen samen te vatten op het onderwerp ‘groen’. Hier in zouden we dus alle soorten koeling, stroom distributie, server typen, besturingssystemen, applicatie frameworks en talen moeten wegen en in 1 label moeten vangen…
Een label op deze twee grote hypes (groen & cloud) die uit zulke complexe onderdelen bestaat… schreeuwt om misbruik door zijn eigen industrie. Zoals we binnen de datacenter industrie ook met PUE hebben gedaan.
Dit brengt ons bij het punt van creatie, acceptatie en standaardisatie van metrieken en labels. Mijn GreenGrid collega Andre Rouyer gebruikt daar altijd een mooi plaatje voor:
Deze begint bij Industry Alliances zoals de Green Grid, ICT~Office, DatacenterPulse, etc.. Dit is vaak de broedplaats voor nieuwe labels en metrieken. Zodra is voldoende markt acceptatie is, worden deze uitgewerkt door Standaardisatie organisaties. Denk hierbij aan NEN, CENELEC en ISO. Deze uitwerking leid tot een meetbaar en auditbare norm op het label of de metriek. Het zorgt voor duidelijke definities en beoordelingscriteria. Hierna worden deze normen opgenomen in (lokale) regelgeving door de diverse Overheden en kan er op gehandhaafd worden. Dit totale proces duur jaren.
Met de PUE hebben we gezien hoe dit proces kan (mis)lopen: bedacht door de GreenGrid en uitgewerkt in 2 a 3 jaar. Op dit moment ligt het op ISO niveau waar het tot een internationale standaard uitgewerkt gaat worden in de komende 2 a 3 jaar. In de tussen tijd heeft echter de overheid de PUE al opgepikt om er op te handhaven. Daarbij is er dus een belangrijke stap overgeslagen.
Het gebruik van metrieken&labels voor regulering vanuit overheid moet daar naast ook niet leiden tot de blokkade van innovatie zoals dat bij de adoptie van ASHRAE 90.1 gebeurde, waarbij het uitgebrachte label elke andere vorm van innovatieve koeling uitsloot. Als dit label vervolgens een wettelijke eis word door overheid adoptie, dan streeft deze in feiten zijn eigen doel voorbij.
Men moet dus goed nadenken over de consequenties van de introductie van metrieken en labels:
- Is het wel haalbaar; probeer ik niet een te complex systeem te vangen ?
- Zijn de definities van de onderdelen die ik probeer te vangen wel helder ?
- Welke manipulatie laat het label toe ? (gaming the system)
- Indien er adoptie plaats vind door de overheid; welke effecten zal dit hebben op je sector/industrie ?
- …
Het proces daarna is zo mogelijk nog belangrijker: uitproberen en testen van het label/metriek door de markt –> veel feedback verzamelen en verwerken –> aanscherpen en verder uitwerken. Indien blijkt dat het toch niet zo’n goed idee was, dan ook niet bang zijn om weer afscheid te nemen van het idee. Pas als het label goed gerijpt en uitwerkt is, dan is het klaar voor de stap naar standaardisatie.
De roep om een label is makkelijk gedaan, maar zoals de Amerikanen zeggen ‘Be Careful What You Wish For’.