JanWiersma.com

De opkomst van schaduw IT

Zoals ik eerder in presentaties en andere blogs schetste is de technologische wereld om ons heen de afgelopen jaren aardig snel veranderd. De techniek heeft in vele huizen een PC en internet gebracht en tenminste 1 tot enkele mobieltjes, waar van steeds meer met mobiel internet. Deze geleverde techniek is ook gemakkelijker geworden en gebruiksvriendelijker. De iPad is daar een voorbeeld van; eenvoud, gebruiksgemak, mobiel en overal verbinding.

Dit soort ontwikkelingen nemen ook vaak veel zorgen uithanden, die vroeger voor nogal wat uitdagingen zorgde. Met een aantal klikken word er gezorgd voor opslag van je data die altijd en overal (via internet) bereikbaar en toegankelijk is.

De persoonlijke ontwikkeling van mensen op technisch vlak heeft ook sprongen vooruit gemaakt. Het gemak waar mee de jongere generatie om gaat met nieuwe technologie staat in schril contrast tot de angst die veel oudere generaties kende voor technologische producten zoals de PC.

9827.stripDeze twee trends zetten zich ook voort binnen bedrijven en hun IT voorziening. De afgelopen decennia lag de macht over het IT platform bij de IT afdeling. Deze bepaalde wat er goed was voor de organisatie en wat er wel en niet kon. De controle die de IT afdeling daarbij wilde hebben over de IT middelen stond regelmatig op gespannen voet met gebruiksvriendelijkheid en bruikbaarheid van deze middelen. De meeste eind gebruikers legde zich daarbij neer. Echter niet allemaal; zo heb ik in het begin van mijn IT carrière een jaar lang ‘kat en muis spelletjes’ gespeeld met scholieren om de school PC’s dicht gespijkerd te houden. Dit was een oneindig gevecht en eindigde in een echt onwerkbare situatie. (Daar op besloot ik het PC platform open te laten en aan de eindgebruiker terug te geven… wat uiteindelijk de beste zet bleek…)

Waar vroeger kantoor personeel misschien wel eens dacht “ik neem mijn laptop van thuis mee…”, had je daar niets aan omdat je deze meestal niet aan het bedrijfsnetwerk kon aansluiten. Mobiel internet heeft dat veranderd. Nu je op kantoor met je eigen mobiele internet verbinding aan de slag kunt, op je eigen smartphone/ipad/laptop, staat je weinig meer in de weg. Zo was het interne mail systeem al niet meer toereikend wegens de opgelegde mail quota van 250mb, dus je stuurde alles al door naar je Gmail account. Ook het delen van documenten bleek makkelijker via Dropbox of Google Apps. Contact zoeken met collega’s ? Dat doen we even via Yammer… en het CRM systeem hadden we ook niet meer nodig want Salesforce was beter en sneller bruikbaar. Deze trend word ook wel ‘schaduw-IT’  genoemd.

Cloud computing heeft een extra impuls gegeven aan het bovenstaande scenario. Met behulp van een creditcard kunnen niet alleen SAAS services (zoals beschreven in het stukje hier boven) maar ook IAAS en PAAS services. Bij PAAS services zien we ook de opkomst van eenvoudige programmeer platformen. Het zelf in elkaar zetten van Apps word daar mee ook gemakkelijk gemaakt voor de eind gebruiker.

Cloud computing is daar mee onderdeel van een eindgebruikers revolutie. Logisch dat het door veel IT-ers met achterdocht bekeken word.

De mensen van Centre4Cloud zetten deze revolutie vanuit het oogpunt van de CIO aardig neer; de governance op zijn kop en de macht bij de eindgebruiker: 

Centre4Cloud-piramide

Uiteraard kan de IT afdeling het gebruik van cloud services verbieden en proberen op die manier maximale controle te houden. Het is echter een utopie om te denken dat dat ook zal lukken. De hoeveelheid cloud services zijn nu al legio en de mogelijkheden zijn bijna onbeperkt. Sinds de eindgebruiker ook de mogelijkheid heeft om zelf een netwerk verbinding mee te nemen (mobiel internet), zijn verbodsmaatregelen bijna on begonnen werk.

De IT-afdeling kan zich daarom beter richten op het faciliteren van de cloud mogelijkheden. Dit door samen met de gebruikers te kijken naar de selectie van de juiste cloud services en de beste manier om deze te integreren met de eigen in-huis ICT.

Dit alles sluit ook aan bij een andere manier van beveiligen van het bedrijfsnetwerk zoals bijvoorbeeld met Jericho concepten. Een aardige parallel hier in is te vinden in het gevecht dat BlackBerry voert op het vlak van enterprise IT, zoals recent in een artikel van Security Week stond:

Employees love choice, flexibility, and fashion. That is why they are buying iPads by the pallet-load. The rise of consumer-grade Post-PC devices means that IT security must say goodbye to standard hardware platforms, sanctioned corporate anti-malware software, and consistently enforced security policies. That is why they are concerned, and why worried IT managers are RIM’s natural target audience.

Seen against the backdrop of consumerization, the PlayBook’s relative success or failure in the enterprise market is nothing less than a referendum on IT’s ability to impose its will as we enter the Post-PC era. The PlayBook device is essentially IT’s last stand. Will safe, IT-sanctioned devices win, or take a back seat to employee and consumer tastes?

Ondertussen in IT-land…

Binnen de IT afdelingen loopt op dit moment de druk op; de budgetten staan onder druk, prestatie is onder de maat en business eigenaren vragen zich af waarom de opslag bij Amazon zoveel goedkoper is dan de eigen opslag…

De IT-ers doen waar ze goed in zijn: consolideren, invoeren van nieuwe technieken als virtualisatie, door voeren van shared service centra… Op zich allemaal niets nieuws onder de zon voor de IT.

Dit zien we bijvoorbeeld bij onze Nederlandse overheid ook terug; datacenter consolidatie en meer samen werken. We weten ook al lang dat dit niet slaagt zonder goede afspraken en procedures. Dus de governance moet ingeregeld worden, ITIL boeken uit de kast, beveiligingsconcepten op elkaar afstemmen… Zaken die we ook al meer dan eens hebben gedaan in de IT.

Het aardige is echter, dat de wereld om de IT-er wel behoorlijk veranderd is. Terwijl de IT afdeling lekker met zich zelf bezig is, neemt de ‘schaduw-IT’  explosief toe. Deze wacht namelijk niet tot alle processen netjes op orde zijn en systemen geconsolideerd. De eindgebruiker wil en moet namelijk verder… en zoekt daar in zijn eigen weg.

Daar ligt dus de echte uitdaging voor de huidige CIO; de juiste balans vinden tussen het ondersteunen van de eind gebruiker met cloud services en ondertussen zijn eigen winkel verbouwen.

En bij dat laatste… komt wel wat ‘creative destruction‘ kijken. :-) 

Share

Moving on…

Zoals aangekondigd in enkele persberichten zal ik de Nederlandse overheid per 1 mei verlaten.

3489607989_ec0eb5282f_oMet gemengde gevoelens heb ik ongeveer 1 maand geleden mijn ontslag ingediend. Zo’n zes jaar geleden startte ik bij de nu oud-werkgever. De overheids ICT was niet vreemd voor mij aangezien ik een aantal jaren daarvoor bij ITO (agentschap BZK) had gewerkt. De tussenstap was een paar jaar IT consultancy, waarbij ik op het einde wat meer behoefte kreeg aan een betere werk-privé balans. De terugkeer was als een warm bad; ik trof veel van mijn oude collega’s verspreid over de gehele organisatie waarmee de samenwerking al snel weer als vanouds was.

Na een half jaar kreeg ik de mogelijkheid om een nieuw team en omgeving op te gaan zetten voor de OTA van infrastructuur ontwikkelingen. Dit al snel gevolgd door een OTA omgeving voor software ontwikkelingen. Dit waren zeer leerzame jaren voor mij. Ik had wel sturende ervaring vanuit een project management rol, maar nog nooit als leidinggevende. Ondersteund door een goed intern management development traject en coaching kon ik mij eerste stapjes op dit vlak zetten. Daarnaast had ik het geluk om deel uit te mogen maken van een MT waar in mensen zaten met grote leidinggevende en bestuurlijke ervaring en kennis. Ze waren altijd bereid mij te helpen met raad, daad en feedback.

Met de financiële deel-verantwoordelijkheid van de OTA omgevingen werd ik ook geconfronteerd met het financiële controle vak. Met zaken als OPEX, CAPEX, inkomsten, uitgaven en budgeten duizelde het me al snel. Gelukkig werd ik ondersteund door een aantal kundige financieel controllers die mij de kneepjes van hun vak geprobeerd hebben bij te brengen.

Ook technisch inhoudelijk was het een interessante periode; technieken als blade servers en virtualisatie deden hun intrede. Het gebied van fysieke datacenter management was ook nog aardig braakliggend terrein. Omdat ik me mocht bezighouden met test en ontwikkeling, kwamen alle nieuwe innovaties als eerste daar langs. Soms zelfs in een beta vorm rechtstreeks uit de fabriek van de leverancier. We hadden de kans om hiermee zeer innovatieve Proof Of Concepts (POCs) uit te voeren. Dit gaf je constant een blik op de toekomstige ontwikkelingen van ICT en de richting die het aan het nemen was. Hierbij was het ook interessant welk effect technologische ontwikkeling hebben op de noodzakelijke organisatie en proces inrichting en het financieel model.

Naast mijn formele rol voor de OTA omgevingen, kreeg ik de kans wat andere klussen er bij te mogen doen die op het tactische en strategische vlak voor de gehele organisatie lagen. Dit gaf de mogelijkheid om bijvoorbeeld uitgebreid in de exploitatie onderdelen te kijken vanuit een project voor de implementatie en standaardisatie van beheer tools. Daarbij kon ik altijd terug vallen op mijn eigen teams of andere mensen om mij heen, die een schat aan ervaring hadden. Tot op de dag van vandaag werd ik hierbij steeds weer positief verrast door de kennis, kunde en inzichten van bepaalde mensen in de organisatie. Een collega verwoorde dat een goed jaar geleden aardig onder de noemer “schateilanden”. Ze zijn er, maar je moet wel een kaart hebben en een stukje varen om ze te vinden…

Naar mate ik me meer met de strategische richting van de organisatie mocht bezighouden gingen we wel een aantal dingen opvallen. Dit waren vooral zaken waar mee een rationeel ingestelde techneut als ik af en toe een worsteling had;

  • Het gebrek aan onderlinge synergie binnen de organisatie; stammenstrijd tussen afdelingen/units en het “Not Invented Here” syndroom. Zonder met mensen ooit te hebben samen gewerkt werd je soms default al met de nek aan gekeken omdat je van de verkeerde afdeling was. Lastig te begrijpen omdat we als techneuten volgens mij allemaal hetzelfde doel na streven; een betere ICT omgeving voor de eindgebruiker.
  • Het gebrek aan synergie tussen ICT en ‘de business’ (leverancier-afnemer); een afgeleide van het eerste punt, waarbij we wel collega’s zijn met hetzelfde organisatiedoel maar ons niet altijd zo gedragen.
  • De ‘externe inzet’ knel; grote moeite om goede mensen binnen te krijgen en te houden. Dit gemixt met slinkende opleidingsbudgetten, afvloeien van extern personeel en slechte kennisborging leid tot een brain drain.

Daar waar de financiële crisis uiteindelijk voor veel organisaties en bedrijven een kans was om ICT beter te gaan inzetten en uitnutten, zag ik bij veel overheidsorganisaties dat het politieke resultaat de boventoon ging voeren. 

Niet uniek…

Veel van de zaken die daarnaast de ICT van de overheid troffen, zijn zaken waar mee veel organisaties en bedrijven worstelen:

  • Hoge mate van ICT complexiteit wat leid tot;
    • Hoge beheers kosten.
    • Instabiliteit.
    • Lange doorlooptijden voor uitrol nieuwe functionaliteit.
    • Niet langer goede product-life-cycle’s kunnen door voeren.
  • Budget beperkingen.
  • Wrijving tussen ICT en ‘de business’; eigenwijzere, beter opgeleide en mondigere eindgebruikers.

De overheid is daar niet uniek in, maar kent in de oplossings sfeer geen commerciële/financiële prikkel maar enkel een politieke prikkel. En daar ligt de uitdaging; wat ga jij als ICT organisatie er aan doen om bovenstaande problemen op te lossen. Word je daarbij gedreven door het politieke resultaat, resultaat voor de eindgebruiker, of het resultaat voor je eigen ICT koninkrijk?

In 2008 kreeg ik de kans om me bezig te houden met de toekomstige datacenter strategie. Samen met een aantal zeer gewaardeerde en slimme collega’s heb ik hier met veel plezier aan gewerkt. In korte tijd deed ik een aantal inzichten op over de richting waar enterprise ICT zich in aan het ontwikkelen was. Dit gecombineerd met de kennis en ervaring vanuit de OTA omgevingen, gaf ook een beeld hoe organisatie en proces inrichting van een ICT organisatie zou moeten veranderen.

Met enkele collega’s zat ik hiermee in het innovator kwadrant en raceten we voor de organisatie uit; wij stonden al aan de andere kant van de berg terwijl de rest nog aan een moeizame beklimming moest beginnen. Als ik mezelf iets verwijt in de afgelopen 2 jaar is dat het feit dat ik de collega’s hierbij iets meer had moeten meenemen op dit pad. Soms was mijn hoofd zo ver vooruit dat het moeilijk was voor mensen om nog aan te haken. Zoals een collega zei: “jij zit met je hoofd in de ‘clouds’ en wij staan nog met onze voeten in de modder”. 🙂

De komende jaren worden spannend en intensief voor overheids ICT. Snelle ontwikkelingen op technologisch vlak, mondige en veranderde eindgebruikers populatie, aanstaande krapte op de arbeidsmarkt, reorganisaties en de bezuinig doelen zorgen voor een hoop turbulentie.

Intern heb ik geprobeerd richting te geven aan de manier waar op ICT technologie dit zou moeten ondersteunen. Op het rijksoverheid vlak heb ik daar ook al eerder over geschreven. Wij techneuten en technisch adviseurs kunnen hier in een hele hoop
oplossingen en scenario’s bedenken die allemaal naar de stip aan de horizon leiden (of de andere kant van de berg, zo je wilt..). Er is echter behoorlijk wat bestuurlijke moed nodig om de olietanker van enterpise IT ook echt te keren. Over bovenstaande richting van ICT en de bestuurlijke moed die hier voor nodig is heb ik diverse blogs geschreven.

Voor mezelf gaat het aan het eind van de dag wel om het resultaat en het zien dat jou ideeën in de praktijk ook echt werken. Ik wil niet blijven hangen in de productie van ideeën en bijbehorend papier. Dat geeft me namelijk ook niet de kans om te leren van de hersenspinsels en ‘op mijn bek te gaan’ 😉

Dankzij mijn blogs, whitepapers en presentaties over cloud en datacenter ontwikkeling, werd ik gevraagd om enkele andere grote Nederlandse ondernemingen te helpen in het vormen van een cloud strategie. Nadat ik zag wat dit voor organisaties kon betekenen zag ik een synchronisatie probleem ontstaan tussen mijn persoonlijke ontwikkeling en die van mijn eigen (overheids) organisatie…

OCOM en EvoSwitch ?

In 2009 ontmoete ik Eric Boonstra (MD EvoSwitch) toen ik een presentatie gaf over de opkomst en ontwikkeling van datacenter containers en het modulaire effect, op een datacenter congres. Zoals met vele andere organisaties had ik ook met Eric en zijn team een kennissessie om gezamenlijk te kijken naar de ontwikkelingen in de datacenter markt, die de afgelopen jaren een grote technische vlucht hebben genomen.

Het bezoek aan Eric bleef echter hangen in mijn hoofd. Ik zag hoe hij dacht over het verduurzamen van zijn datacenter operatie en de manier waarop hij de klant probeerde mee te nemen. Op dat vlak had ik al eerder in presentaties en blogs mijn kritiek geuit.

Opvallend was de reactie uit de zaal op bepaalde datacenter onderwerpen. Vooral omdat het grootste deel van het publiek geen datacenter eigenaar was, maar uit de leverancier/consultant hoek kwam. Je zou verwachten dat deze mensen op de hoogte zijn van de laatste technische en wettelijke ontwikkeling. Innovatie zou volop in beeld moeten zijn… en dat was het niet… Er waren zeer conservatieve geluiden te horen en mensen die aangaven ‘ja maar… we moeten toch 21C lucht aanbieden met een bepaalde luchtvochtigheid’.

Ik luisterde met verbazing, tot dat de datacenter collega … met zijn presentatie begon en de opmerking maakte ‘ik kan niet te ver afwijken en te ver gaan in de ASHRAE normen omdat de klanten daar niet om vragen..’

ocom

EvoSwitch ziet daarbij het groen zijn als een kans voor de klant en kijkt verder dan alleen de energie efficiëntie; namelijk naar de duurzaamheid van zijn product. Dit pas ook perfect in de trend in de markt zoals bij de ontwikkeling van The Green Grid. Als je dit echt goed wilt doen, heb je een holistische blik nodig en moet je bereid zijn te innoveren.

Later had ik de kans om met Con Zwinkels (MD moederbedrijf OCOM) hier over van gedachte te wisselen en dit gesprek een stap verder te nemen rond keten integratie. Dit is ook al een tijdje een stokpaardje van mij en mijn DatacenterPulse collega’s, zoals ik bijvoorbeeld beschreef rond ‘Groene’ applicaties.

Het aardige is dat OCOM hiertoe de mogelijkheid heeft vanuit de portfolio van bedrijven die tot de groep behoren. Met Leaseweb als een grote klant van EvoSwitch geeft dit de mogelijkheid tot eigen keten integratie tussen het facilitaire datacenter en de IT zijde. Deze kennis kan vervolgens mee genomen worden naar andere co-lo klanten.

Daarnaast zit er in het OCOM portfolio een interessante mix van bedrijven die Cloud hosting echt mogelijk maken; van de keten optimalisatie met EvoSwitch en Leaseweb, die nodig is voor bijvoorbeeld low-cost servers met hoge beschikbaarheid, tot aan de noodzakelijke CDN vanuit Fiberring. Ook is er veel kennis over het in de lucht houden van grote hoeveelheden systemen (30.000+ ). Dit alles sluit goed aan bij de kennis die ik zelf mee breng vanuit datacentra, cloud en hoge beschikbare IT omgevingen.

Ze zien daarbij ook de voordelen in kennisdeling in organisaties en platformen zoals The Green Grid. Dit past uitstekend bij het werk dat ik gedaan heb (en blijf doen) voor DatacenterPulse en bijvoorbeeld de NEN.

De afgelopen jaren ging het hard met OCOM en belande ze in de Deloitte Technology Fast50 (de lijst van snelst groeiende techbedrijven van Nederland). De ambitie is om de komende jaren uit te bouwen binnen Europa en de US. Een extra reden voor mij om voor deze organisatie te kiezen is het feit dat ze dit met een flexibele en platte organisatie doen. Hier door zijn de lijnen kort en ontstaat de mogelijkheid om snel te schakelen. Een hogere kans om mijn visies werkelijkheid te zien worden.

Kortom; voor mij de mogelijkheid om te bouwen en te innoveren op datacenter en cloud gebied.

Ik wil richting mijn overheidscollega’s de dank uit spreken voor de samenwerking de afgelopen jaren. In de zijlijn blijf ik verbonden met ICT voor de overheid en dan vooral de OOV sector; als vrijwillig brandweerman en dus als klant.

En datacenter innovatie… opgepast… want hier kom ik! 😉

(Misschien ten overvloede; bovenstaande blog is geschreven onder de volgende disclaimer. Alle informatie is publiekelijk toegankelijke kennis o.a. uit deze rapporten)

Share

Mestvork&knuppels uit de stal… de ‘cloud’ is down!

mob_26_redneck_motivators-s320x240-98571-580Gisteren ging een deel van de Amazon AWS dienst verlening plat. Amazon melde het volgende:

“A networking event early this morning triggered a large amount of re-mirroring of EBS volumes in US-EAST-1,” Amazon said in a status update just before 9 am Pacific time. “This re-mirroring created a shortage of capacity in one of the US-EAST-1 Availability Zones, which impacted new EBS volume creation as well as the pace with which we could re-mirror and recover affected EBS volumes. Additionally, one of our internal control planes for EBS has become inundated such that it’s difficult to create new EBS volumes and EBS backed instances.

De verstoring kwam kort gezegd neer op de uitval van 1 van de Amerikaanse beschikbaarheids zones. De overige zones draaide wel gewoon door. Als gevolg hier van waren ook enkele andere ‘cloud’ services (voornamelijk SAAS), die boven op AWS gebouwd zijn, uitgevallen. Een lijst hier van werd gepubliceerd op http://ec2disabled.com/

Al snel zagen we dat de cloud tegenstanders de mestvorken en knuppels uit de stal hadden gehaald… want ‘de cloud’ had eindelijk zijn ware aard laten zien… en had gefaald.

Dit gebeurde al eerder, zoals mijn DatacenterPulse collega Tim Crawford in zijn blog aanhaalt:

    • Oct 14, 2009   Microsoft Sidekick Data Loss
    • Jun 29, 2009   Rackspace Data Center Outage
    • May 14, 2009  Google Outage
    • Mar 21, 2009   Carbonite Storage Failure

Ook bij deze uitval stonden mensen op de barricade te schreeuwen dat cloud niet betrouwbaar was. Voor leveranciers (en ICT-ers) waar voor de cloud ontwikkeling een bedreiging is (reëel of niet..), is dit een uitstekende gelegenheid om weer wat FUD rond te strooien. Deze tactiek haalde ik al eerder aan in mijn blog: Controle en Vertrouwen; sleutels voor cloud. Hierbij gaf ik ook aan dat het vertrouwen gemakkelijk geschaad word:

Het vertrouwen in cloud computing is iets wat gemakkelijk te schenden is. Het traditionele datacenter leeft redelijk ‘onder de radar’ als het gaat om uitval. Meestal raakt uitval daar slechts enkele applicaties of een deel van de business. Deze uitval kan wel degelijk een grote impact hebben op de productiviteit van een organisatie maar het zal nooit de mate van negatieve publiciteit krijgen die cloud providers ontvangen.

Een vliegtuig crash komt wel in het nieuws, maar de 1000-en auto ongelukken die zelfde dag meestal niet.

Opvallend was echter ook dat een aantal andere cloud services, waar van bekend is dat ze op AWS draaien, gewoon in de lucht waren. Grootste voorbeelden waren Netflix en Twilio.

Referentie architectuur…

In voorgaande blogs gaf ik ook al aan, dat cloud adoptie en migratie draait om de adoptie van een referentie architectuur van iemand ander. Je gaat aan de slag op een IAAS of PAAS omgeving die door iemand anders ontworpen en gebouwd is. Dit men hun visie en gedachte goed. Je moet je dus aan hun regels houden;

Het begrijpen van de referentie architectuur en ontwerp principes van je cloud leverancier is bijzonder belangrijk. Zowel bij IAAS, als bij PAAS geld dat je applicatie of omgeving ontworpen moet zijn voor deel-systeem uitval. Zoals in de PAAS serie aangegeven:  ‘Cloud applications assume failure.’ Soms word dit ondervangen door de aangeboden frameworks, maar je moet dan wel begrijpen hoe deze werken.

Organisaties die niet geraakt werden door de AWS uitval begrepen de architectuur optimaal en hadden hun diensten bij ontwerp en bouw al verdeeld over meerdere geografische beschikbaarheids zones, zoals NetFlix in een presentatie (slide 32-35) eerder liet zien:

netflix-fail

Verder zijn er diverse andere mogelijkheden om redundantie in te bouwen in een AWS omgeving. Zie diverse blogs met tips:

Systeem uitval is een dagelijkse realiteit. Rond cloud computing word vaak geroepen dat ‘cloud omgevingen niet kunnen uitvallen’. De realiteit is echter dat cloud infrastructuren ook kunnen uitvallen. Het verschil tussen cloud en traditionele infrastructuur is echter dat cloud nieuwe (technologische) mogelijkheden biedt voor redundantie en het herstarten van de dienstverlening als deze uitval plaats vind.

We moeten dus blijkbaar nog wel leren om gaan met deze nieuwe vormen van beschikbaarheid en disaster recovery (DR) 🙂

Share

Waarom de stap van Facebook interessant is…

De afgelopen week kondigde Facebook het Open Compute initiatief aan. Kort gezegd publiceerde ze al hun bouw tekeningen van hun datacenter en servers met de mededeling; hier is het, gebruik het, verbeter het…

In de dagen daar op kwam er een stort vloed aan blogs en twitter discussies los over het initiatief. Na een flinke discussie afgelopen weekend met DatacenterPulse leden en cloud guru’s; waarom dit initiatief relevant is voor jou (Enterprise) IT omgeving:

Facebook behoord tot mijn rijtje van bedrijven uit de Formule 1 der ICT; bedrijven die ver vooruit zijn in technologische ontwikkeling, vaak vanwege schaalgrote, en waar van op termijn interessante technologie ontstaat die bruikbaar is voor Enterprise IT en later MKB IT.

Deze bedrijven hebben in de afgelopen jaren diverse interessante ontwikkelingen naar buiten gebracht, die nu al een impact hebben op enterprise IT omgevingen. Een voorbeeld is de inzet van datacenter containers; Uiteraard is de inzet van een container vol met 1500 servers een maatje te groot voor de meeste organisaties. Echter het modulaire concept er achter heeft de manier van datacenter bouw veranderd. Zeker als je kijkt naar het huidige portfolio van veel datacenter aanbieders, zie je altijd wel ergens een ‘modulaire’ oplossing. Deze innovatie is dus opgepakt door de eindgebruikers en de markt, waarna er producten op door ontwikkeld zijn die toepasbaar zijn voor de ‘normale’ IT.

Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van Hadoop voor de afhandeling van grote hoeveelheden data. Over dit ‘data olifantje’ schreef ik al eerder.

OpenCompute-Logo-Main

Facebook geeft nu een kijkje in de keuken van hun datacenter en servers. Google deed dit in het verleden ook al een beetje, maar nooit zo open als Facebook nu doet. In eerste instantie staat het volledig (bouwkundig) ontwerp van het Facebook datacenter op internet samen met de server ontwerpen.

De aankondiging van Facebook over hun Open Compute initiatief werd gematigd positief ontvangen; de vraag was vooral wat moet ik (als normale IT-er) er mee.

Laat ik duidelijk zijn; Het 1-op-1 kopiëren van de ontwerpen van Facebook zal een Enterprise IT omgeving niet helpen. Net zo min als het zal helpen om de Google of Amazon ontwerpen te kopiëren (als die publiek bezit zouden zijn). Hier voor zijn de omgevingen en doelen te verschillend.

Er is echter wel een hoop van te leren voor de enterprise IT-er. Door kritisch te kijken in de keuken van de Formule 1 kun je zien waarom het hun lukt om wel 10.000-en servers met enkele beheerders in de lucht te houden, deze snel uit te rollen en hogere beschikbaarheid te bieden tegen lagere kosten.

Daarnaast geeft het ons als eind gebruiker inzicht in de technologische mogelijkheden. Hiermee kunnen we de leveranciers onder druk zetten om ons betere producten te leveren. Dit past geheel in de visie die DatacenterPulse na streeft: “influence the datacenter industry through end users”

Twee andere Open* ontwikkelingen die de moeite waard zijn van het volgen op het IT vlak zijn:

www.openstack.org

OpenStack is a collection of open source technologies delivering a massively scalable cloud operating system. OpenStack is currently developing two interrelated projects: OpenStack Compute and OpenStack Object Storage. OpenStack Compute is software to provision and manage large groups of virtual private servers, and OpenStack Object Storage is software for creating redundant, scalable object storage using clusters of commodity servers to store terabytes or even petabytes of data.

www.openflow.org

OpenFlow enables networks to evolve, by giving a remote controller the power to modify the behavior of network devices, through a well-defined "forwarding instruction set". The growing OpenFlow ecosystem now includes routers, switches, virtual switches, and access points from a range of vendors.

Deze laatste heeft vooral mijn interesse omdat er wel netwerk innovatie is geweest op snelheid (10G, etc..) maar niet echt een open initiatief op het gehele eco-systeem. Hiermee lijkt het netwerk ook echt aansluiting te gaan vinden met de cloud ontwikkelingen op opslag en compute gebied.

Uiteindelijk zien we een heleboel interessante ontwikkelingen aan de horizon, die Enterprise IT gaan helpen. Zeker bij de bouw van private cloud en focus op ‘big data’.

Infrastructuur commodity ?

De Facebook openheid op dit vlak geeft ook nog een andere trend aan; het hebben van een datacenter en IT infrastructuur word steeds minder een strategisch voordeel. Feitelijk kan de Facebook concurrentie het model compleet kopiëren, maar Facebook geeft eigenlijk aan dat dit geen bedreiging zal zijn voor hun business. Ze richten zich op hun belangrijkste waarde; de data en hun eind gebruikers. Deze leveren wel het strategisch voordeel, zoals ook de Huffington Post concludeert:

"[The Open Compute Project] really is a big deal because it constitutes a general shift in terms of what how we look at technology as a competitive advantage," O’Grady said. "For Facebook, the evidence is piling up that they don’t consider technology to be a competitive advantage. They view their competitive advantage in the marketplace to be their users."

Die conclusie werd ook al getrokken rond infrastructuur software (zoals database) bij Facebook en enkele andere, rond de openheid van hun ontwikkelingen;

For Facebook, the value is not in the infrastructure – though Hip-Hop demonstrates the value of even marginal improvements in performance for high scale players – it is in the users and the data they generate. As Tim O’Reilly famously put it, “data is the Intel Inside.”
Read more: http://redmonk.com/sogrady/2011/03/11/how-important-is-software/#ixzz1JFQUwNwa

En dat alles zou wel eens de belangrijkste conclusie kunnen zijn van al deze publicaties en discussies; het gaat om de data… en de IT er om heen word een commodity. Met dank aan de Formule 1 van IT en cloud computing…

Meer van mijn cloud collega’s:

Share

Brand! – Tijd voor de echte IT leiders om op te staan…

CIO’s en IT managers beleven moeilijke tijden; In voorbije tijden hadden ze ruime budgeten. Ze werden gezien als de grote business aanjagers. Daarnaast werden vele op handen gedragen door de eind gebruikers, die met verwondering keken naar deze computer tovenaars en de magie die ze met ICT konden maken uit die kleine PC toverdoosjes. Als ze daar niet van onder de indruk waren, namen we ze mee in het datacenter, waar tientallen servers stonden te zoemen of nog beter; een mainframe. Een bezoek aan deze lampjes en lawaai omgeving… en je werd met groot gezag behandeld. Ja, we konden die eind gebruiker redelijk wat op de mouw spelden en ons IT koninkrijk flink uitbouwen.

De importantie van ICT is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen en we kunnen eigenlijk niet meer zonder. Zowel privé als zakelijk. Dit heeft er voor gezorgd dat ICT kennis een belangrijke basis vormt in het hedendaagse onderwijs. Dat zorgt weer voor veel beter opgeleide en onderlegde eindgebruikers en organisatie eigenaren. Technologische ontwikkelingen hebben ICT ook nog eens toegankelijker gemaakt en nu komen al die jonge managers in eens met hun iPads en Macbooks de organisatie binnen.

De afgelopen twee jaar is ook de hand een beetje op de knip gegaan rond de ICT uitgaven. De economische crisis heeft gezorgd voor de nodig focus op inkomsten en uitgave, en ook die van ICT.

Binnen de ICT afdeling worstelen we met het feit dat al die technologie die we de afgelopen jaren naar binnen hebben gereden, eigenlijk best wel complex geworden is. Zeker het zelf integreren, op alle niveaus van de ICT stack, zorgt voor zo veel relaties dat we als ICT-er soms door de bomen het bos niet meer zien. ‘Even’ iets toevoegen aan deze complexe omgeving is er dus ook niet bij, met lange levertijden tot gevolg. Al deze complexiteit en het in de luchthouden er van kost ook nog eens een hoop geld, waar door er steeds minder overblijft voor innovatie. (Daar worden we zelf ook chagrijnig van, want als ICT-er speel je toch het liefst met de nieuwste speeltjes.)

fire1992Je zou dus maar in de schoenen staan van de CIO of IT manager; onder vuur door de business (met hun budget beperkingen en iPads) en in de knel binnen je eigen afdeling. Je kasteel staat toch aardig in brand.

Als IT-er geniet je echter ook aanzien als IT brandweerman, zoals door mijn DatacenterPulse collega Mark Thiele recent beschreef:

The hero culture is alive and well in IT. They’re sometimes known as the “Firefighters”. These are the heroes who come in at all hours of the day and night to put water on the latest IT fire.  In many organizations a “good” fire fighter is admired and appreciated more than a good developer or other IT contributor.  Why shouldn’t they be admired, they come in at 2:00 AM on Sunday and resolve a major failure that was interrupting the business. What’s not to like?

In de organisaties waar ik de afgelopen tijd over de vloer mocht komen op strategisch niveau, zie ik dit staaltje ‘brandweermanschap’ vol op in actie. Onder (politieke) druk word gewerkt aan actie-actie-actie! plannen om tegemoet te komen aan de budget beperking, continuïteit verhoging en complexiteit reductie. De focus is volledig op de brand en de bestrijding er van. Zolang het vuur maar uit gaat… zeg maar…

In de afgelopen jaren als vrijwillig brandweer man heb ik het nodige mogen leren over brand bestrijding;

Vanuit de Veiligheids Regio Utrecht gaan we regelmatig op training. Zo leren we tijdens realistisch oefenen in Zweden dat bij brand we deze niet meteen uit maken, maar het vuur gebruiken om zicht te hebben en slachtoffers te zoeken. Ook leer je technieken rond ventilatie en het verdrijven van rook en rook gassen; deze verbeteren de overlevings kans voor slachtoffers en geven beter zicht op gevaren voor de brandweerman.

Af en toe is het dus goed om een stapje terug te nemen en het vuur als je voordeel te gebruiken. Bij echt grote branden neemt de brandweer soms een andere stap, ter bescherming van eigen mensen en de omgeving; ze laten een object gecontroleerd uitbranden en schermen omliggende objecten af.

feniks3

Het af laten branden hoeft niet altijd als iets negatiefs gezien te worden. Op de plaats van het oude kan weer iets moois verrijzen. De ‘Phoenix from the flames’ gedachte; vanuit de vernietiging door het vuur, komt nieuw leven.

Deze ‘creative destruction’ was onderwerp van een recente Gartner blog waar in opgeroepen werd tot het vernietigen van een aantal bestaande IT processen en denkbeelden zodat er ruimte komt voor nieuwe:

  • IT’s Strategic Role: which requires destroying the perception and reality of IT supporting generic business strategies and operations in order to create new sources of strategic relevance based on competitive advantage.
  • IT Organization: where you face the need to destroy technically oriented silos that tie up resources and reduce flexibility in order to create greater opportunity and dynamism.
  • IT Personnel Skills: where you need to destroy habits that delegate current operations to existing staff while supporting new projects and technologies with outsourced or contracted resources.
  • IT Processes: presents the opportunity to destroy restrictive processes, governance arrangements and management techniques that seek to protect IT from the business. These processes need to be replaced with agile approaches that concentrate on productivity and throughput.
  • IT Metrics: destroy operational and project metrics that only demonstrate that IT is doing its job and not wasting the company’s money in favor of metrics that demonstrate real business impact.

Soms is het aflaten branden dus nodig om nieuwe zaken mogelijk te maken. Dit alles is uiteraard erg bedreigend voor veel mensen die op dit moment binnen de ICT afdeling werken. Deze bedreigen zet zich vaak om in de eerder beschreven FUD en ‘protectionisme’.

Voor een CIO moet deze potentiele weerstand tegen de veranderingen duidelijk zijn. Op deze manier kan hij inschatten wat de motieven zijn achter de adviezen die hij krijgt van de eigen organisatie en leveranciers. Zeker nu het IT kasteel toch al onder vuur ligt, zijn er juist kansen voor de echt noodzakelijke veranderingen.

Hierbij ligt het gevaar op de loer om vooral oude spullen uit het afgebrande kasteel te willen hergebruiken. Ervaring leert echter dat een aangetast fundament, een slecht fundament is. Zeker als het nieuwe object een totaal andere verschijnings vorm heeft dan de oude, en dus niet echt op het oude fundament past. (Denk: applicatie migratie naar de cloud)

ICT-ers moeten zich vooral afvragen om welke manier zijn de business echt kunnen ondersteunen en meerwaarde kunnen genereren. Dit is een breder perspectief dan het ontwikkelen en in de luchthouden van hun OS of database. Discussies over welk ‘schroefje en moertje’ men nu moet gebruiken, zijn vaak marginaal relevant voor de business en leveren meestal geen echte meerwaarde of strategisch voordeel voor een organisatie.

Als CIO is het zaak je niet te veel te laten leiden door de vuurtjes hier en daar en te zorgen dat je afstand neemt. Dit zorgt voor overzicht. Laat je daarnaast niet verleiden tot allemaal korte termijn acties, maar houd focus op de lange termijn. Het hele proces naar de IT van de toekomst is geen gemakkelijke route en vereist standvastigheid en lef. Maar goed… we wilde vroeger toch allemaal die ‘echte stoere brandweerman’ zijn… Tijd voor de CIO of IT manager om zijn helden status bij de business waar te maken.

wt4d9cbcadd56a9

<credits: het ‘burning platform’ met dank aan Marcel en de keukentafel sessies>

Share

Aan de andere kant van die berg…

technology-adoption-curveAls je werkt aan visie en visie-ontwikkeling en je zit vooraan in de innovatie is je werk niet altijd makkelijk. Je loopt voor de rest van de mensen uit, in de wereld van overmorgen. Om je heen zit vaak slechts een handje vol mensen die het begrijpt en met je mee denkt. Je hebt wat steun aan de early-adopters (13%) die jou ideeën ook zien, ondersteunen en oppakken. Dat is echter ook nog steeds een klein groepje. De eerste echt grote groep volgers komt daarna pas met 34%. Tussen deze early-adopters en de early majority zit vaak ook nog een groot gat (waar Geoffrey Moore het boek Crossing the Chasm over schreef) Dit alles maakt het werk van deze eerste 2,5% soms tot een lastig en eenzaam bestaan.

In mijn werkveld zie ik dat terug in de afgelopen jaren van de ontwikkeling rond Cloud, Apps en Bring-Your-Own-Device (BYOD). Deze ontwikkelingen worden (werden) niet altijd begrepen door organisaties en dan met name de IT-afdelingen. Dat is niet vreemd; het is een dusdanig grote verandering in de manier van werken en denken, dat dit veranderingsproces behoorlijk wat tijd kost.

Daar waar je mensen raakt in hun dagelijks werk en hun manier van werken, lokt dat automatisch een reactie uit. In het begin van de introductie van cloud computing was de reactie van de business zelf al snel positief, maar die van de ICT vaak niet. In de afgelopen jaren heb ik de nodige FUD voorbij zien komen over cloud computing. Het is daarbij altijd makkelijk om te roepen “dat werkt bij ons niet”. Ook Apps en BYOD (zoals iPad) waren dat lot lang beschoren (en soms nog steeds). Dit vaak tot dat er een grotere adoptie vanuit de business zelf plaats vond en dus ICT wel moest mee bewegen.

Het is soms lastig om over dit soort ontwikkelingen te praten met collega ICT-ers omdat men deze ontwikkelingen als een bedreiging ziet voor hun vak. Zoals een collega ooit tegen mij daar over zei: “het is lastig praten met een kalkoen over kerst”.

Bij dit alles zoeken de mensen in de 2,5% al snel steun bij elkaar, om gezamenlijk te kijken naar manieren om deze veranderen en vaak ook cultuurverandering door te kunnen voeren. De ‘innovators’ en ‘early-adaptors’ die dit alles doen, zijn echter ook vaak mensen die gedreven worden door passie en hun gedachtegoed bijna als een soort evangelie proberen uit te dragen. Hier komt ook leiderschap bij kijken; mensen meenemen op een (gedachte)reis.

Een zeer gewaardeerde collega en vriend, die ons recent ontvallen is, heeft mij een hoop geleerd over het werken in de 2,5% categorie. Hij twitterde daar ooit het volgende filmpje over wat mij altijd is bij gebleven:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=fW8amMCVAJQ&w=448&h=252&hd=1]

Daarbij gaf hij aan: “ook al heb je het gevoel dat je alleen staat te dansen en iedereen denkt dat je gek bent, zolang jij geloofd in het doel.. blijf gewoon door gaan en de rest volgt wel…”  En soms duurt het even voor de rest volgt. En sta je daar best een tijdje alleen… voor lul…

Zodra er echte passie bij komt kijken, zien we echter ook dat het gemakkelijker wordt om mensen te inspireren en ze mee te nemen op reis. Zeker als je hierbij oprecht en transparant communiceert, zoals hij mij ook leerde.

De reis naar de nieuwe IT-wereld is niet altijd makkelijk, maar voor steeds meer organisaties wel noodzakelijk om te kunnen overleven en overmorgen weer echte meerwaarde en innovatie aan de business te kunnen leveren. De ‘innovators’ en ‘early-adaptors’ moeten deze zware kar wel trekken en tenminste de eerst 68% mee op sleeptouw nemen; zij hebben tenslotte een beeld bij deze wereld van overmorgen en de mogelijke reis er naar toe.

Een andere collega van mijn verwoordde dat ooit mooi tijdens een strategiesessie:

“Wij staan allemaal op een grote dorre weide. En dat is een niet al te plezierige omgeving. <De innovator> is over die hoge berg met sneeuwtoppen geweest, naar de andere kant. Hij heeft aan die andere kant grote groene weides met de mooiste bloemen gezien, en vertelt ons daar nu over. Wij staan nu voor de vraag ‘hoe gaan wij allemaal over die berg komen’ ? Voor de een is dit een makkelijkere opgave dan voor de ander. Daarnaast willen we eigenlijk onderweg niemand verliezen.”

Ik heb veel zaken van hem mogen leren op het visie- en leiderschapsvlak, maar uit eindelijk ook mogen zien: het leven is niet altijd even makkelijk voor de mensen die verder kunnen kijken dan de rest.

<Geschreven voor een zeer inspirerende collega, die mijn aanspoorde om meer te bloggen en kennis te delen… en die zijn gezin, vrienden en ik te vroeg moet missen>

Share

Lager kosten=groei; Jevons Paradox

De afgelopen tijd heb ik een aantal keer Jevons paradox gebruikt in presentaties rond cloud.
Het idee en concept achter Jevons paradox in combinatie met cloud computing komt volledig uit de koker van Simon Wardley.
Voor die gene die zijn briljante presentatie(s) nog niet eerder hebben gezien:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=5Oyf4vvJyy4&w=448&h=252&hd=1]

In zijn verhaal gebruikt hij vaak het voorbeeld van product naar diensten (services/utility) ontwikkeling.BP180211Cycle
Deze zien we terug bij de ontwikkeling van elektra. Deze gaat van de uitvinding van elektra en zijn mogelijkheden (innovatie), via Custom Build waarbij iedereen zijn eigen elektra opwerkte naar Utility levering waarbij we elektra uit de muur kunnen halen en ons niet meer druk maken over wat er eigenlijk allemaal ‘onder’ zit.
Deze ontwikkeling zien we ook terug bij de PC en ook bij de ontwikkeling van CRM. Daarbij zijn we gegaan van custom CRM systemen naar Salesforce vandaag de dag.

Als we de curve omhoog volgen zien we ook dat het product wat deze ontwikkeling volgt, steeds meer standaard word. Hierbij hebben we het dan over het toepassen van (internationale) standaarden, maar ook het feit dat een product zo algemeen beschikbaar is dat deze je als organisatie geen concurrentie voordeel meer beid; iedereen heeft het of kan het kopen.
Het zorgt er ook voor dat men de Utility tegen lager kosten kan af nemen of tegen een pay-per-use model. Hier door word het product beschikbaar voor een grotere groep mensen of bedrijven.

We zien ook dat het product dat een Ultility en zo algemeen beschikbaar, weer een nieuwe golf van innovatie teweeg brengt.
Bij de ontwikkeling van elektra was dit ook te zien; mensen en bedrijven behoefde niet langer te investeren in eigen ‘energie centrales’ waar door de consumptie voor meer mensen mogelijk werd en de consumptie van het product omhoog ging.

Jevons paradox

De toepassing van Jevons paradox op deze ontwikkeling zegt (op hoofdlijnen), dat als de kosten omlaag gaan de consumptie van het product stijgt.

jevons

Deze paradox is ook van toepassing op diverse IT ontwikkelingen.
Een uitstekend voorbeeld wat ik in de praktijk diverse malen mocht tegen komen is de inzet van virtualisatie.
Door de time-to-market te verlagen naar 2 dagen (van 6 weken) en de kosten te verlagen (soms met 75%) per te leveren server, kon er meer gedaan worden aan IT innovatie tegen lager kosten dan voorheen.
Hier door steeg de vraag naar een virtuele server explosief.
Dit fenomeen, wat ook wel bekend is als VM-sprawl, kun je zien als iets negatiefs maar dat is het zeker niet. Als jij de business kan helpen met snellere
innovatie tegen lager kosten, dan doe je het juist heel goed.
Daar waar de business dacht slechts 3 innovaties te kunnen door voeren dat jaar… en het worden er nu 7… dan lever jij een concurrentie voordeel voor jou
organisatie t.o.v. de rest van de markt.

Jevons paradox en Cloud

Jevons paradox is ook van toepassing op cloud computing.
Met cloud computing word het gebruik van 1000-en compute nodes beschikbaar voor iemand met slechts een credit card. En als hij klaar is… dan betaald hij ook niets meer. En dat zonder torenhoge start kosten om die nodes te moeten kopen, bouwen en onderhouden.
Deze manier van levering en het feit dat het ontzettend toegankelijk is, zullen zorgen voor een explosieve groei op dit vlak.

De meeste organisaties vandaag de dag, zitten vast in hun huidige complexiteit en hoge beheerskosten. Hier door is er weinig tot geen ruimte meer voor innovatie.
Door de onderliggende lagen van de IT infrastructuur als een utility af te nemen, zodat men zich hier niet langer druk over hoeft te maken, kan men ruimte creëren voor nieuwe innovatie.

Dit alles betekend echter dat op langere termijn de complexiteits uitdagingen zich zullen verplaatsen naar de hogere lagen van de IT Stack.
Dat is ook de plek waar we vandaag de dag een hele boel uitdagingen hebben waar we niet echt goed aan toe kwamen. Denk bijvoorbeeld aan de explosieve data groei.

2843.Figure8.png-450x0Christian Belady (Microsoft) paste recent ook Jevons paradox toe op de ontwikkeling van de datacenter markt. De afgelopen jaren kende de markt voor bouw en ontwikkeling van datacentra een expolieve groei;

Jevons’ Paradox has been one of the reasons given for the incredible growth we are seeing with online services. The explosion of services now available on the internet has fueled one of the fastest growing industries today:  Datacenter construction.

Dit alles is ook logisch omdat al die cloud omgevingen wel ergens gehuisvest moeten worden. Aangezien het verbruik zal toenemen, zullen er ook meer (of grotere) datacentra gebouwd moeten worden om aan al deze vraag te kunnen voldoen.

Uiteindelijk zal al deze ontwikkeling er voor zorgen dat vele (niet ICT) organisaties een volgende stap kunnen maken in hun eigen innovatie en ontwikkeling. Dit alles ondersteund door IT, die niet langer een beperking is maar een katalysator.

En over 10 jaar? Dan zitten we weer om de tafel; om de complexiteit in de hogere lagen van de IT stack op te lossen… ICT blijft een mooi vak 😉

Share

The Green Grid verruimt scope

Begin maart 2011 vond het Green Grid Technical Forum plaats in Santa Clara (California, USA). Tijdens dit evenement werd door de kersverse Executive Director Mark Monroe een nieuwe richting voor The Green Grid (TGG) aangekondigd.

De afgelopen jaren is TGG zeer succes vol geweest in creëren van aandacht voor energie efficiëntie. Dit gebeurde o.a. met de door hun ontwikkelde Power Usage Effectiveness (PUE). Dit meetinstrument voor de energie efficiëntie van je datacenter omgeving is inmiddels internationaal geaccepteerd en de meeste kaders voor het vaststellen en gebruik van PUE zijn bepaald.

Mark Monroe kreeg begin 2011 de leiding over The Green Grid. Hij heeft jaren lange ervaring op datacenter gebied en was de laatste jaren actief op het gebied van algemene duurzaamheid voor bijvoorbeeld SUN. Hij is ook geen onbekende voor TGG omdat hij 1 van de mede oprichters is. Zijn brede kennis op het duurzaamheids vlak past perfect bij de nieuwe richting die TGG nu neemt.

Op het EMEA Tech Forum (begin 2011) werd al eerder bekend gemaakt, dat men 2 nieuwe efficiëntie eenheden wilde introduceren:

…; Carbon Usage Effectiveness (CUE) en de Water Usage Effectiveness (WUE), zoals ook aangekondigd in recent persbericht:

The new metrics, called Carbon Usage Effectiveness (CUE) and the upcoming Water Usage Effectiveness (WUE), are joining The Green Grid’s widely-used Power Usage Effectiveness (PUE) metric. All are designed to help IT, facilities, and sustainability organizations across the globe optimize their data centers.

Hier mee werd al duidelijk dat de focus voor TGG verschuift van enkel energie efficiëntie naar de duurzaamheid van het gehele datacenter, waar water verbruik ook een belangrijk deel van uit maakt.

Mark Monroe legt de scope wijziging uit:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=uwQOON42C_w&w=448&h=252&hd=1]

TGG Data Center Maturity Model Mat-model-TGG

Een goed voorbeeld van deze brede aanpak is het Data Center Maturity Model dat tijdens het Technical Forum officieel gepubliceerd werd. Waar voorheen door TGG vooral gekeken werd naar energie efficiëntie op het facilitaire datacenter niveau, word in dit model gekeken naar alle componenten uit de IT keten.

Het model bekijkt facility (met o.a. power, cooling en management) en IT (met compute, storage en network). De volwassenheid op dit vlak kan in kaart gebracht worden op een schaal van 0 (onvolwassen) tot 5 (leading edge). Zodra er bepaald is waar de organisatie staat op deze schaal, kan er een route uitgezet worden naar het volgende niveau. Op deze manier kan het management voor elk vlak een doel uitzetten voor de komende 2 a 3 jaar. Het model geeft daarbij de mogelijkheid om per vlak een score toe te passen. Zo kan een organisatie dus op datacenter cooling een 3 scoren en op IT storage een 2.

Mat-model-TGG2

The model’s Level 0 means a data center’s maturity is minimal and shows no progress. Level 5 – the highest mark – designates the data center as ‘visionary’.
“The initial levels chart the progress of a typical data center that has taken no efficiency improvement measures to one exemplifying the state of an average data center to one that employs current best practices,” reads the organization’s paper on the model.

Het laagste niveau (Level 0) beslaat een omgeving waar in weinig tot geen aandacht is voor energie efficiëntie. Bij Level 1 en 2 past men de industrie best practices uit. Dit zijn de basis best practices die in geruime maten beschikbaar zijn in de markt op dit moment. Level 5 word bestempeld als visionair. Vanaf Level 3 treffen we technologieën aan die leading edge zijn en volop in ontwikkeling. De gedachte hierbij is dat de markt en technologie over ongeveer 5 jaar de onderdelen uit Level 5 als gemeengoed zou moeten zien. Op deze manier probeert TGG zowel de markt als eind gebruikers te stimuleren gezamenlijk te werken aan nieuwe energie efficiënte oplossingen.

De verwachting is dat state-of-the-art data centers zich zullen ontwikkelen van een Level 2 naar Level 5 rond 2016 (groene lijn) . Een generiek datacenter zal zich ontwikkelen naar Level 3 (gele lijn) en slechter presterende datacentra zullen achter blijven en zich ontwikkelen naar Level 2 (rode lijn). 

Mat-model-TGG3

Het Data Center Maturity Model is uiteraard een levend document waar van op dit moment versie 1 is uitgegeven. Naar mate de technologie en mogelijkheden zich door ontwikkelen, zal ook het model bijgewerkt worden.

Zoals ook destijds bij de PUE ontwikkeling, is het model niet bedoeld als marketing instrument of als vergelijking tussen bedrijven onderling (benchmark). Het model is bedoelt als interne toetsing en handvat voor de interne door ontwikkeling van energie efficiëntie.

Uitgebreide uitleg over het model door Harkeeret Singh (chair of The Green Grid’s EMEA technical committee):

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=1Q8zNjEitS8&w=448&h=252&hd=1]

 

Het model is hier te vinden. De bijbehorende whitepaper hier.

Datacenter Pulse Summit

Voorafgaand aan het Green Grid Technical Forum organiseerde Datacenter Pulse (DCP) een dag voor hun leden. Dit in het kader van de alliantie tussen Datacenter Pulse en The Green Grid. Tijdens deze bijeenkomst, waar alleen datacenter eigenaren en eindgebruikers welkom waren, werd gekeken naar
de richting die The Green Grid aan het nemen is en werd hier feedback op gegeven. Ook werd er gekeken wat de top 10 zaken zijn die datacenter eigenaren ‘s nachts uit hun slaap houd. De behandelde onderwerpen waren:

  • DCP Stack Revision & TGG Maturity Model
  • Green Grid Input
    • Data Center Design Guide, WUE/CUE Metrics
    • The Collision Course of Site Selection and Sustainability
  • Modularity, Density, & High-Temp (Combined)
    • Gages – Modular DC RFP Process, Modularity readout interest, & Chill Off work
  • Operational Challenges: What keeps you up at night?

DCP Stack

De DCP stack is al weer 2 jaar oud en werd onderworpen aan een kritische blik. De huidige versie (2) is bedoelt als referentie model om gespreken binnen organisaties makkelijker te maken en onderlinge relaties en afhankelijkheden te kunnen laten zien. De rechterzijde van het model, dat handelt over duurzaamheid in relatie tot datacenter input (zoals stroom en water) en output, was o.a. de aanleiding voor TGG om te werken aan het Data Center Maturity Model. Deze 2 modellen komen hier mooi samen.

dcp-tgg11

(klik voor groter plaatje)

In het model is ook mooi aan te geven welke ‘convergence’ (versmelting) er op dit moment gaande is in de datacenter en IT industrie. Zo zien we cloud computing, datacenter containers en IT appliances, die allemaal hun druk uitoefenen op de totale IT keten.

Ook werd nogmaals duidelijk dat bij het doorvoeren van duurzaamheids oplossingen, vooral naar de hele keten gekeken moet worden omdat punt oplossingen elkaar negatief kunnen beïnvloeden. Hier over schreef ik ook al eerder.

DCP Top 10

De Top 10 zaken die datacenter eigenaren ‘s nachts uit hun slaap houden werd ook bijgewerkt. Deze werd voor het eerst gepubliceerd in 2009.

dcpt10-09dcpt10-10 dcpt10-11

Voor 2011 zijn de Top 10 aandachtspunten:

  1. Industry Alignment
  2. Standardized Stack Framework
  3. Data Center Certification
  4. Move from Availability to Resiliency (new)
  5. More products enabling modularity
  6. Simple, top-level efficiency metric
  7. Wire-line Power Network
  8. Liquid Cooled IT Equipment Options (new)
  9. Expanded IT Equipment Power Options
  10. Infrastructure Intelligence (Convergence) (new)

Datacenter Pulse zal zich uiteraard in 2011 weer inzetten om deze onderwerpen onder het voetlicht te krijgen bij de juiste organisaties en leveranciers en op deze manier het leven van de datacenter eigenaar weer iets makkelijker te maken.

De volledige presentatie van DCP, met alle behandelde onderwerpen, is terug te vinden op TGG website.

Share

Belastingdienst en cloud… leuker en makkelijker?

bd-cloud

Soms is het fijn om te zien hoe andere overheids collega’s de potenties van cloud computing inzien en deze tot hun eigen voordeel aanwenden. Bij deze de credits voor mijn Belastingdienst collega’s:

Tijdens een recente NEN bijeenkomst rond de standaardisatie van cloud computing gaf de Belastingdienst een presentatie over hun werk rond integratie tussen de Belastingdienst en SAAS providers, onder de titel (Samen)werken in ‘de cloud’ (PDF).

De Belastingdienst ziet dat het gebruik van cloud computing een massale vlucht aan het nemen is. Als dit de bedrijfsadministratie betreft dan zien we een aantal gemeenschappelijke belangen voor maximale integratie ontstaan:

  • De gebruiker dient ten alle tijden audittrail’s te kunnen produceren rond bijvoorbeeld zijn financiële boekhouding.
  • Ook de informatie verwerker (de SAAS aanbieder) kent zulke regels, aangevuld met deze functionele wens vanuit de eindgebruiker.

Voor de Belastingdienst heeft deze opkomst van SAAS als voordeel dat er veel word gestandaardiseerd. Hierbij kunnen gemakkelijker afspraken worden gemaakt voor gestandaardiseerde toegang tot de data.

Afspraken tussen Belastingdienst en de SAAS leverancier kan ook zorgen voor het minder makkelijk ‘onderwater’ manipuleren van de data in de boekhouding, waar mee fraude tegen gegaan kan worden.

Het idee is om integratie met bepaalde SAAS cloud providers te zoeken waarbij gebruik gemaakt gaat worden van een keurmerk en een open community.

Dit alles levert dan de volgende voordelen op:

Ondernemer/ZZP-er:
–zekerheid: keurmerk is gezamenlijk met stakeholders ontwikkeld
–Hoge kwaliteit tegen lage kosten
–efficiëncy: voorkomen dubbele werkzaamheden
–hulp bij kiezen voor betrouwbare systemen
Intermediair:
–Zekerheid
–Goede kwaliteit van administratie
–Efficiënte inrichting administratieve keten
SAAS aanbieder:
–zekerheid
–erkenning van de kwaliteit
–meer klanten
BD:
–goede kwaliteit van administratie en aangiften
–efficiënte inrichting van het toezicht
–mogelijkheden voor systeemtoezicht (geautomatiseerd)
–SAAS-aanbieder werkt onder het keurmerk voor al zijn klanten

Ook banken en andere overheids organisatie kunnen mee liften op dit keurmerk en het (technologisch) concept.

Met de invoering hier van, kunnen bedrijven dus gemakkelijker hun bedrijfsadministratie naar ‘de cloud’ verhuizen. Weer een cloud barrière van het lijstje afgestreept… 😀

Share

Datacenter temperatuur & ARBO

Naar aanleiding van mijn blogs over temperatuur verhoging (recent en in het verleden) en presentaties die ik daar over gegeven heb, kreeg ik vragen over de nieuwe omgevings condities en of je daar in wel mag werken.

hp-hot-tubDe vraag: als de inlet temperatuur van servers naar 27C of hoger gaat (in de koude gang), dan word de achter kant (warme gang) wel heel erg warm (40+). Daar kan ik dan niet fatsoenlijk meer werken zonder een zwembroek.

Toen ik in 2007 verantwoordelijk werd voor o.a. het beheer van een datacenter, heb ik door een ARBO dienst een onderzoek laten uitvoeren naar de werkomstandigheden in een datacenter. Voor de temperatuurs condities was het volgende grof weg het antwoord:

Met de invoering van het arbobesluit in 1997 werd de zogenoemde PMV-index gelanceerd. Deze index is de uitkomst van een uiterst ingewikkelde berekening die allerlei zaken meeneemt: temperatuur, luchtvochtigheid, luchtsnelheid, kleding en te verrichten werkzaamheden.
De stelling is vervolgens dat het binnenklimaat behaaglijk is als de PMV-index tussen de 0,5 en -0,5 ligt of als minder dan 10% van de werkzame personen klachten over het klimaat meer zal hebben. Een overschrijding van deze normen gedurende 10% van de werktijd wordt overigens acceptabel gevonden. Het probleem is dat deze officiële norm heel ingewikkeld in elkaar zit: het vraagt een hoop meet- en rekenwerk.

Als je naar de onderliggende onderzoeken en documenten kijkt, zien we dat boven de 26C spraken is van extra belasting. Die grens word vooral bepaald door de lichamelijke inspanning van het werk. Zo is bij licht kantoor werk 30C de grens en bij zware lichamelijke inspanning 25C. Ook maakt het uit of er een voelbare luchtstroom is. Deze zorgt namelijk voor verlaging van de gevoelstemperatuur. Boven de grens moet de werkgever inspanningen doen om de belasting te verlagen. Dit kan zijn door korter werken, zo kort mogelijk aaneengesloten werken, pauzeren in koele ruimtes, aangepaste kleding, extra ventilatie, veel (sportdrank) drinken.

Als we naar de datacenter omgeving kijken zien we dat deze temperatuur grens al snel gereikt word, ook in een traditionele omgeving. Neem een omgeving met server inlet temperatuur van 21C en blade servers met een delta T van 15C (verschil tussen voor en achter kant), dan komen we op 36C in de warme gang.

Bij temperaturen hoger dan 26C in het datacenter, dienen we dus rekening te houden met speciale eisen voor de arbeidsomstandigheden. Bij hogere temperaturen dan in de traditionele omgevingen zal dit leiden tot aanvullende maatregelen maar niet een (wettelijke) onwerkbare situatie.   

Let wel: bij werken in het datacenter word je bloot gesteld aan tal van omgevings factoren. Denk hier bij aan lawaai van server ventilatoren en koeling, het ontbreken van daglicht, aanwezigheid van zware stroom voorzieningen (400v) en aanwezigheid van zware machines (kg). Temperatuur is slechts 1 onderdeel. Welke maatregelen precies gewenst zijn moet per geval worden bekeken door deskundigen, bijvoorbeeld door een arbeidshygienist van de arbo-dienst.

Meer:

Share