Moving on…
Zoals aangekondigd in enkele persberichten zal ik de Nederlandse overheid per 1 mei verlaten.
Met gemengde gevoelens heb ik ongeveer 1 maand geleden mijn ontslag ingediend. Zo’n zes jaar geleden startte ik bij de nu oud-werkgever. De overheids ICT was niet vreemd voor mij aangezien ik een aantal jaren daarvoor bij ITO (agentschap BZK) had gewerkt. De tussenstap was een paar jaar IT consultancy, waarbij ik op het einde wat meer behoefte kreeg aan een betere werk-privé balans. De terugkeer was als een warm bad; ik trof veel van mijn oude collega’s verspreid over de gehele organisatie waarmee de samenwerking al snel weer als vanouds was.
Na een half jaar kreeg ik de mogelijkheid om een nieuw team en omgeving op te gaan zetten voor de OTA van infrastructuur ontwikkelingen. Dit al snel gevolgd door een OTA omgeving voor software ontwikkelingen. Dit waren zeer leerzame jaren voor mij. Ik had wel sturende ervaring vanuit een project management rol, maar nog nooit als leidinggevende. Ondersteund door een goed intern management development traject en coaching kon ik mij eerste stapjes op dit vlak zetten. Daarnaast had ik het geluk om deel uit te mogen maken van een MT waar in mensen zaten met grote leidinggevende en bestuurlijke ervaring en kennis. Ze waren altijd bereid mij te helpen met raad, daad en feedback.
Met de financiële deel-verantwoordelijkheid van de OTA omgevingen werd ik ook geconfronteerd met het financiële controle vak. Met zaken als OPEX, CAPEX, inkomsten, uitgaven en budgeten duizelde het me al snel. Gelukkig werd ik ondersteund door een aantal kundige financieel controllers die mij de kneepjes van hun vak geprobeerd hebben bij te brengen.
Ook technisch inhoudelijk was het een interessante periode; technieken als blade servers en virtualisatie deden hun intrede. Het gebied van fysieke datacenter management was ook nog aardig braakliggend terrein. Omdat ik me mocht bezighouden met test en ontwikkeling, kwamen alle nieuwe innovaties als eerste daar langs. Soms zelfs in een beta vorm rechtstreeks uit de fabriek van de leverancier. We hadden de kans om hiermee zeer innovatieve Proof Of Concepts (POCs) uit te voeren. Dit gaf je constant een blik op de toekomstige ontwikkelingen van ICT en de richting die het aan het nemen was. Hierbij was het ook interessant welk effect technologische ontwikkeling hebben op de noodzakelijke organisatie en proces inrichting en het financieel model.
Naast mijn formele rol voor de OTA omgevingen, kreeg ik de kans wat andere klussen er bij te mogen doen die op het tactische en strategische vlak voor de gehele organisatie lagen. Dit gaf de mogelijkheid om bijvoorbeeld uitgebreid in de exploitatie onderdelen te kijken vanuit een project voor de implementatie en standaardisatie van beheer tools. Daarbij kon ik altijd terug vallen op mijn eigen teams of andere mensen om mij heen, die een schat aan ervaring hadden. Tot op de dag van vandaag werd ik hierbij steeds weer positief verrast door de kennis, kunde en inzichten van bepaalde mensen in de organisatie. Een collega verwoorde dat een goed jaar geleden aardig onder de noemer “schateilanden”. Ze zijn er, maar je moet wel een kaart hebben en een stukje varen om ze te vinden…
Naar mate ik me meer met de strategische richting van de organisatie mocht bezighouden gingen we wel een aantal dingen opvallen. Dit waren vooral zaken waar mee een rationeel ingestelde techneut als ik af en toe een worsteling had;
- Het gebrek aan onderlinge synergie binnen de organisatie; stammenstrijd tussen afdelingen/units en het “Not Invented Here” syndroom. Zonder met mensen ooit te hebben samen gewerkt werd je soms default al met de nek aan gekeken omdat je van de verkeerde afdeling was. Lastig te begrijpen omdat we als techneuten volgens mij allemaal hetzelfde doel na streven; een betere ICT omgeving voor de eindgebruiker.
- Het gebrek aan synergie tussen ICT en ‘de business’ (leverancier-afnemer); een afgeleide van het eerste punt, waarbij we wel collega’s zijn met hetzelfde organisatiedoel maar ons niet altijd zo gedragen.
- De ‘externe inzet’ knel; grote moeite om goede mensen binnen te krijgen en te houden. Dit gemixt met slinkende opleidingsbudgetten, afvloeien van extern personeel en slechte kennisborging leid tot een brain drain.
Daar waar de financiële crisis uiteindelijk voor veel organisaties en bedrijven een kans was om ICT beter te gaan inzetten en uitnutten, zag ik bij veel overheidsorganisaties dat het politieke resultaat de boventoon ging voeren.
Niet uniek…
Veel van de zaken die daarnaast de ICT van de overheid troffen, zijn zaken waar mee veel organisaties en bedrijven worstelen:
- Hoge mate van ICT complexiteit wat leid tot;
- Hoge beheers kosten.
- Instabiliteit.
- Lange doorlooptijden voor uitrol nieuwe functionaliteit.
- Niet langer goede product-life-cycle’s kunnen door voeren.
- Budget beperkingen.
- Wrijving tussen ICT en ‘de business’; eigenwijzere, beter opgeleide en mondigere eindgebruikers.
De overheid is daar niet uniek in, maar kent in de oplossings sfeer geen commerciële/financiële prikkel maar enkel een politieke prikkel. En daar ligt de uitdaging; wat ga jij als ICT organisatie er aan doen om bovenstaande problemen op te lossen. Word je daarbij gedreven door het politieke resultaat, resultaat voor de eindgebruiker, of het resultaat voor je eigen ICT koninkrijk?
In 2008 kreeg ik de kans om me bezig te houden met de toekomstige datacenter strategie. Samen met een aantal zeer gewaardeerde en slimme collega’s heb ik hier met veel plezier aan gewerkt. In korte tijd deed ik een aantal inzichten op over de richting waar enterprise ICT zich in aan het ontwikkelen was. Dit gecombineerd met de kennis en ervaring vanuit de OTA omgevingen, gaf ook een beeld hoe organisatie en proces inrichting van een ICT organisatie zou moeten veranderen.
Met enkele collega’s zat ik hiermee in het innovator kwadrant en raceten we voor de organisatie uit; wij stonden al aan de andere kant van de berg terwijl de rest nog aan een moeizame beklimming moest beginnen. Als ik mezelf iets verwijt in de afgelopen 2 jaar is dat het feit dat ik de collega’s hierbij iets meer had moeten meenemen op dit pad. Soms was mijn hoofd zo ver vooruit dat het moeilijk was voor mensen om nog aan te haken. Zoals een collega zei: “jij zit met je hoofd in de ‘clouds’ en wij staan nog met onze voeten in de modder”. 🙂
De komende jaren worden spannend en intensief voor overheids ICT. Snelle ontwikkelingen op technologisch vlak, mondige en veranderde eindgebruikers populatie, aanstaande krapte op de arbeidsmarkt, reorganisaties en de bezuinig doelen zorgen voor een hoop turbulentie.
Intern heb ik geprobeerd richting te geven aan de manier waar op ICT technologie dit zou moeten ondersteunen. Op het rijksoverheid vlak heb ik daar ook al eerder over geschreven. Wij techneuten en technisch adviseurs kunnen hier in een hele hoop
oplossingen en scenario’s bedenken die allemaal naar de stip aan de horizon leiden (of de andere kant van de berg, zo je wilt..). Er is echter behoorlijk wat bestuurlijke moed nodig om de olietanker van enterpise IT ook echt te keren. Over bovenstaande richting van ICT en de bestuurlijke moed die hier voor nodig is heb ik diverse blogs geschreven.
Voor mezelf gaat het aan het eind van de dag wel om het resultaat en het zien dat jou ideeën in de praktijk ook echt werken. Ik wil niet blijven hangen in de productie van ideeën en bijbehorend papier. Dat geeft me namelijk ook niet de kans om te leren van de hersenspinsels en ‘op mijn bek te gaan’ 😉
Dankzij mijn blogs, whitepapers en presentaties over cloud en datacenter ontwikkeling, werd ik gevraagd om enkele andere grote Nederlandse ondernemingen te helpen in het vormen van een cloud strategie. Nadat ik zag wat dit voor organisaties kon betekenen zag ik een synchronisatie probleem ontstaan tussen mijn persoonlijke ontwikkeling en die van mijn eigen (overheids) organisatie…
OCOM en EvoSwitch ?
In 2009 ontmoete ik Eric Boonstra (MD EvoSwitch) toen ik een presentatie gaf over de opkomst en ontwikkeling van datacenter containers en het modulaire effect, op een datacenter congres. Zoals met vele andere organisaties had ik ook met Eric en zijn team een kennissessie om gezamenlijk te kijken naar de ontwikkelingen in de datacenter markt, die de afgelopen jaren een grote technische vlucht hebben genomen.
Het bezoek aan Eric bleef echter hangen in mijn hoofd. Ik zag hoe hij dacht over het verduurzamen van zijn datacenter operatie en de manier waarop hij de klant probeerde mee te nemen. Op dat vlak had ik al eerder in presentaties en blogs mijn kritiek geuit.
Opvallend was de reactie uit de zaal op bepaalde datacenter onderwerpen. Vooral omdat het grootste deel van het publiek geen datacenter eigenaar was, maar uit de leverancier/consultant hoek kwam. Je zou verwachten dat deze mensen op de hoogte zijn van de laatste technische en wettelijke ontwikkeling. Innovatie zou volop in beeld moeten zijn… en dat was het niet… Er waren zeer conservatieve geluiden te horen en mensen die aangaven ‘ja maar… we moeten toch 21C lucht aanbieden met een bepaalde luchtvochtigheid’.
Ik luisterde met verbazing, tot dat de datacenter collega … met zijn presentatie begon en de opmerking maakte ‘ik kan niet te ver afwijken en te ver gaan in de ASHRAE normen omdat de klanten daar niet om vragen..’
EvoSwitch ziet daarbij het groen zijn als een kans voor de klant en kijkt verder dan alleen de energie efficiëntie; namelijk naar de duurzaamheid van zijn product. Dit pas ook perfect in de trend in de markt zoals bij de ontwikkeling van The Green Grid. Als je dit echt goed wilt doen, heb je een holistische blik nodig en moet je bereid zijn te innoveren.
Later had ik de kans om met Con Zwinkels (MD moederbedrijf OCOM) hier over van gedachte te wisselen en dit gesprek een stap verder te nemen rond keten integratie. Dit is ook al een tijdje een stokpaardje van mij en mijn DatacenterPulse collega’s, zoals ik bijvoorbeeld beschreef rond ‘Groene’ applicaties.
Het aardige is dat OCOM hiertoe de mogelijkheid heeft vanuit de portfolio van bedrijven die tot de groep behoren. Met Leaseweb als een grote klant van EvoSwitch geeft dit de mogelijkheid tot eigen keten integratie tussen het facilitaire datacenter en de IT zijde. Deze kennis kan vervolgens mee genomen worden naar andere co-lo klanten.
Daarnaast zit er in het OCOM portfolio een interessante mix van bedrijven die Cloud hosting echt mogelijk maken; van de keten optimalisatie met EvoSwitch en Leaseweb, die nodig is voor bijvoorbeeld low-cost servers met hoge beschikbaarheid, tot aan de noodzakelijke CDN vanuit Fiberring. Ook is er veel kennis over het in de lucht houden van grote hoeveelheden systemen (30.000+ ). Dit alles sluit goed aan bij de kennis die ik zelf mee breng vanuit datacentra, cloud en hoge beschikbare IT omgevingen.
Ze zien daarbij ook de voordelen in kennisdeling in organisaties en platformen zoals The Green Grid. Dit past uitstekend bij het werk dat ik gedaan heb (en blijf doen) voor DatacenterPulse en bijvoorbeeld de NEN.
De afgelopen jaren ging het hard met OCOM en belande ze in de Deloitte Technology Fast50 (de lijst van snelst groeiende techbedrijven van Nederland). De ambitie is om de komende jaren uit te bouwen binnen Europa en de US. Een extra reden voor mij om voor deze organisatie te kiezen is het feit dat ze dit met een flexibele en platte organisatie doen. Hier door zijn de lijnen kort en ontstaat de mogelijkheid om snel te schakelen. Een hogere kans om mijn visies werkelijkheid te zien worden.
Kortom; voor mij de mogelijkheid om te bouwen en te innoveren op datacenter en cloud gebied.
Ik wil richting mijn overheidscollega’s de dank uit spreken voor de samenwerking de afgelopen jaren. In de zijlijn blijf ik verbonden met ICT voor de overheid en dan vooral de OOV sector; als vrijwillig brandweerman en dus als klant.
En datacenter innovatie… opgepast… want hier kom ik! 😉
(Misschien ten overvloede; bovenstaande blog is geschreven onder de volgende disclaimer. Alle informatie is publiekelijk toegankelijke kennis o.a. uit deze rapporten)