Een blik in de Azure Cloud (15min video):
Hoogte punten:
De firma’s Boston Limited en Iceotope hebben een vloeistof gekoelde oplossing op de markt gebracht:
“Each server motherboard is completely immersed in an individually sealed bath of an inert liquid coolant which passively transfers heat away from the sensitive electronics to a tightly integrated heat exchanger formed by the wall of the bath where water is continuously re-circulated and cooled,”
De video geeft een beeld van deze oplossing.
Over vloeistofkoeling (en specifiek waterkoeling) en de krampachtige manier waar op word omgegaan met water in het datacenter heb ik al eerder geschreven.
Het is ook bekend dat ik een achtergrond heb in ICT en de ‘tweakers’ (enthousiaste PC gebruikers die hun PC o.a. overklokken).
Deze tweakers zijn niet vies van een experiment met hardware:
Er zijn diverse vloeistoffen die vanuit hun (non)geleidende eigenschappen geschikt zijn om printplaten in onder te dompelen die onder spanning staan. Een daar van is sla olie.
Men nemen alle niet bewegende hardware onderdelen; dat is alles behalve de harddisk en cd/dvd-speler en dompelen dit onder in een grote bak olie.
Alle onderdelen blijven gewoon werken.
Diverse ‘tweakers’ hebben hier al eens mee getest (waar onder ik ook) en de resultaten zijn best aardig. De koel eigenschappen van vloeistof zijn vaak beter dan lucht, met name in de opname en afvoer van warmte. Nadeel van de sla olie bak is dat er geen circulatie plaats vind waar door het geheel opwarmt en na enige tijd klaar is om friet in te bakken 🙂
Daarnaast is de geur ook niet optimaal. Datacenter managers die enige tijd hebben door gebracht in het datacenter voor een change zouden gaan ruiken als of ze bij de friet-boer op de hoek werken…
Andere water/vloeistof koel oplossingen:
Temperatuur in het datacenter; het blijft de gemoederen aardig bezig houden. Op zich logisch, want een aardig deel van de energie behoefte 
van een datacenter gaat richting de koeling en het leveren van de juiste temperatuur aan de aanwezige ICT apparatuur. Maar… wat is die juiste temperatuur ?
De meeste datacenters worden op dit moment afgeregeld op 20 a 21C lucht voor de server (de ‘inlet temperature’). Deze temperatuur is gekozen op basis van de ASHRAE boeken en richtlijnen van de afgelopen jaren, en het generieke idee dat de IT hardware leveranciers dit zouden eisen. In augustus 2008 bracht ASHRAE een update uit voor deze temperatuur eisen met een maximum van 27C inlet temperatuur. Dit was een wijziging op de oude richtlijn van maximum 25C.
Enkele weken geleden werd door de COI van de Amerikaanse overheid, Vivek Kundra, een Cloud computing initiatief bekend gemaakt. Hierbij kunnen overheidsonderdelen gemakkelijk, zonder eigen infrastructuur, applicaties uitrollen. (Apps.gov)
De aankondiging werd gedaan bij een NASA onderzoekscentrum (AMES). Tijdens de aankondiging werd ook gesproken over de door NASA ontwikkelde Cloud compute omgeving, genaamd NASA Nebula. Deze omgeving moet de NASA onderdelen voorzien van flexibele infrastructuur en applicaties volgens het Cloud model (IAAS, PAAS, SAAS). De ondersteunende fysieke datacenter infrastuctuur is… een container oplossing…
Het gekozen model is de Verari Forest container, die voor dit project door ontwikkeld is met Cisco apparatuur. Zij hebben de eerste server apparatuur geleverd op basis van de Cisco Unified Computing System (UCS). Voor het opslag deel maakt men gebruik van een door SUN ontwikkelde opensource oplossing; de LUSTRE clustering file system. Deze is hardware leverancier onafhankelijk en bestaat uit 2U servers;
These are rack-dense, 2RU servers with 12 SATA drives in a RAID 6 configuration. They are equipped with 10GigE network ports. Our current configuration uses 1TB drives, for non-blocking access to 10TB of usable storage per server. This provides us with 4 CPU cores, and 5TB of usable storage, per rack unit, at non-blocking network speeds.
De reden om te kiezen voor containers in dit gehele model is naast de gunstige TCO voor containers, ook de flexibiliteit;
1. It would take other HW besides the manufacturer (Verari)
2. It was very dense and NASA wanted density (The container is 25 Petabytes of storage) for storage AND compute
3. Extremely efficent design – a traditional DC cant touch it
4. Portability. If prices changes or capacity is easier to deliver by moving one or loaning one, it’s easier and more cost effective than building or leasing short term space
5. The design is the same. Each container supports thousands of cores and 25 Petabytes so the scale is known, the config is the same, and so you have a true infrastructure platform to roll out anywhere.
Op dit moment is de Green Grid bij elkaar in New York. Onderwerp van gesprek is o.a. de kritiek op de PUE. Ondanks dat de PUE veel goede dingen heeft gerealiseerd, zitten er toch enkele scherpe kantjes aan. Hier over heb ik al eerder geschreven in “Waar benchmarks zijn… wordt vals gespeeld…” en “De PUE soap“.
Om de problemen van het ‘smijten met PUE getallen’ tegen te gaan heeft men 2 dingen geïntroduceerd:
1. Een document dat beschrijft, hoe men dient om te gaan met het publiceren van PUE cijfers.
De rapportage word onderverdeeld in verschillende klassen en niveaus, die beschreven staan op de Green Grid website;
Voor Europa staan overigens diverse Green Grid bijeenkomsten gepland, waar onder een in Amsterdam op 15 oktober. Zie: http://www.thegreengrid.com/en/events.aspx
Nadat het Dublin datacenter online ging de afgelopen weken, is nu ook het Microsoft Chicago datacenter geopend.
Dit is het eerste container datacenter van Microsoft, dat in 2007 werd aangekondigd door Michael Manos. Zodra het datacenter in productie gaat, zal het interessante gegevens opleveren rond de inzet en TCO van de containers aangezien de begaande grond van het datacenter uit de containers bestaat, maar de eerste verdieping een ‘traditioneel’ datacenter herbergt. Dit zou een goede vergelijking moeten opleveren.
Microsoft Chicago Data Center Container Bay
Meer technische details: http://perspectives.mvdirona.com/2009/10/01/MicrosoftChicagoIsLive.aspx
Microsoft heeft details bekend gemaakt over hun Dublin datacenter. Deze is de afgelopen week geopend en maakt deel uit van de uitbouw van datacentra waar ook Chicago toe behoort. Het complex is 28 149 m2 groot met een capaciteit van 5,4 MegaWatt. In de toekomst is dit uit te bouwen tot 22,2 MegaWatt. 
Waar Google recent bekend maakte dat hun datacenter in België gebruik maakt van vrije koeling (via rivier water), maakt het Microsoft datacenter ook gebruik van vrije koeling;
Microsoft is leveraging a combination of natural environmental factors to dramatically improve the environmental sustainability of the Dublin data center as compared to traditionally-built data centers. The average temperature range year round in Dublin is between 23 to 80 degrees F (-5 to 27 degrees C) and that, combined with the use of air-side economization, results in “free cooling” (chiller-free) operations 100% year round under normal operating conditions.
Dit is voornamelijk te danken aan het feit dat men 35C graden lucht aanbied aan de servers. Dit sluit aan bij een industrie brede trend waarbij o.a. de HP en SGI containers lucht leveren van 30-40C onder volledige garantie.
Het fysieke datacenter bevind zich in turbulente tijden. Er is aandacht van de CFO voor de uitgaven in deze omgeving, het moet ‘groen’ vanuit wet en (bedrijfs)regelgeving, en de gebruiker van het datacenter is aan het veranderen. Cloudcomputing en andere ‘verstorende’ technologieën zorgen er voor dat het anders moet op het fysieke vlak.
Harvard Business Review kopte enige tijd geleden met ‘The Disappearing Data Center‘
Few CEOs ever visit their own data centers, and from IT’s point of view, that’s probably a good thing, because they’re not a pretty sight. The typical center is a mishmash of new and out-of-date hardware that is often expensive to run and maintain. In fact, costs of data-center facilities have been rising faster than IT budgets
(De Nederlandse collega’s van IT Executive namen dit over in ‘Datacentrum kan naar buiten‘)
Uiteraard worden er de nodige opendeuren in getrapt, maar de essentie is wel juist; het fysieke datacenter moet aansluiten bij de beweging die IT maakt. Hierbij ontkomt men niet aan de verandering die ICT op dit moment ondergaat.
Gaat het datacenter uit organisaties verdwijnen en gaan we allemaal op in ‘the Cloud’ ??… Nee, ik denk het niet. Ik ga daar in met Michael Manos mee; o.a. wetgeving gaat dit niet geheel toestaan:
There is a host of legislation across the globe that is the beginning to govern the protection and online management of their their citizens through legislation and mandates in accordance with their own laws. This is having (and will continue to have) a dramatic impact on how infrastructure and electronic products and services will be deployed, where that data is stored, and how revenue from that activity can and will be taxed by the local country. This level of state exercised control can be economically, politically, or socially motivated and cloud services providers need to pay attention to it.
…………
…but the need for the corporate data centers is not going away. They may change in size, shape, efficiency, and the like, but there is a need to continue to maintain a home for those company jewels and to serve internal business communities.
Het is wel duidelijk dat er verandering nodig is.
Harvard Business Review noemt hierbij ook de containers:
A creative new option for remote arrangement is the “container-based” data center. With the help of companies such as HP, Microsoft, and Sun, firms can build their own portable data centers—server farms that can be moved to a new location where, say, utility costs are lower. These data centers are built from modular pieces that look like giant Lego bricks; essentially, they’re made out of shipping containers that house IT equipment and are carted to a site on trucks and placed in rows. Many companies think of these centers primarily as backup facilities, but their modular design makes it easy to add or subtract capacity rapidly.
Dit raakt 100% mijn onderzoek het afgelopen jaar en sluit aan bij de resultaten en mijn presentaties hier over.
IT Infrastructuur is aan het wijzigen. Een van de opkomende technologieën is de ‘warehouse scale computing’. Dit vind plaats bij de Microsoft’s een Google’s van deze wereld waar bij er op een andere manier word gekeken naar opslag en rekenkracht.
Als achtergrond in deze techniek is er een goed (gratis) eBook verschenen:
The Datacenter as a Computer: An Introduction to the Design of Warehouse-Scale Machines.
Als dit interessante kost voor je is, dan is het advies om te lezen (bol.com):
Benchmarks; geliefd (bij de klant?) en gehaat (door de marketing afdeling?) door velen. De toepassing lijkt handig; prestaties van verschillende systemen, apparaten of organisaties met elkaar vergelijken. Dit kan tussen organisaties (o.a. markt vergelijking) of binnen organisaties (o.a. om optimalisatie te bewijzen).
De datacenter industrie kent ook enkele benchmark cijfers. PUE (en zijn afgeleide) zeggen iets over de energie efficiëntie en word derhalve gezien als een ‘groen stempel’. TIER zegt iets over de beschikbaarheid. In een markt die een geweldige ontwikkeling door maakt, proberen leveranciers zich te onderscheiden van elkaar door deze stempels op de klanten af te vuren… vaak zonder enige (juiste) context en achtergrond.
